Kumquats, mandarijnen en clementines zien eruit en smaken naar citrusvruchten. Kumquats zijn de kleinste bekende citrusvruchten en behoren niet tot het geslacht Citrus zoals mandarijnen, maar tot het geslacht Fortunella.
Binnen de groep mandarijnen zijn er drie subgroepen, alle verhandeld onder de generieke term mandarijnen, namelijk de pure clementinevariëteiten, de hybridevariëteiten en de satsumavariëteiten. In Duitsland worden meestal mandarijnen uit de clementine- en hybride rassengroepen verhandeld. De mening dat clementines van hogere kwaliteit, pitloos of zoeter zijn dan de hybride variëteiten, is algemeen aanvaard. De vorm van deze verklaring is onjuist.
Zowel clementines als hybride variëteiten kunnen zaden hebben. Het gehalte aan zaden is afhankelijk van de vraag of er tijdens de bloei sprake is van kruisbestuiving met andere mandarijnenrassen. De smaak is ook niet afhankelijk van of het pure clementines of hybride mandarijnen zijn. De smaak is nogal afhankelijk van de zuur- en suikerverhouding. Dit is weer afhankelijk van het oogstmoment en natuurlijk van de specifieke eigenschappen van de rassen. Er zijn zeer zoete rassen uit de clementinegroep, zoals Clementine Hernandina, en zeer zoete rassen uit de hybride rassengroep, zoals Orri. Alle mandarijnen worden zonder schil gegeten.
Bij de kleine, eivormige kumquats is de situatie anders. Ze zijn vier tot vijf centimeter lang en hun schaal is fijn en dun. Omdat het meestal onbehandeld is, kan de schil zonder aarzelen worden gegeten. De smaak van de schil is echter behoorlijk bitter, vergelijkbaar met sinaasappelschil. Het vruchtvlees smaakt zuurzoet, de smaak van de vrucht doet denken aan etherische oliën.