De gele bonen zijn een plantensoort uit de onderfamilie van peulvruchten en vertegenwoordigen een bijzondere vorm van tuinbonen. Ze worden ook wel boterbonen genoemd en behoren tot de sperziebonen en daarmee tot de peulvruchten. Als eenjarige klimplant verdraagt ze geen vorst en groeit bij voorkeur in zonnige en windbeschermde tuindelen of -gebieden. De waxbonen die tegenwoordig worden aangeboden, zijn bijna uitsluitend afkomstig van bushbonenvariëteiten.
Oorsprong
Deze peulvruchten komen oorspronkelijk uit de tropische en subtropische bossen van Midden- en Zuid-Amerika. In de prehistorie waren ze daar al wijdverbreid. In de 16e eeuw brachten Portugese slavenhandelaren ze via Afrika naar Europa. Tegenwoordig wordt het wereldwijd verbouwd, maar vooral in Europa en Oost-Azië.
Seizoen
Peulvruchten hebben maar een kort zomerseizoen. Veldbonen worden van mei tot oktober in Duitsland geoogst. Naast verse producten en gedroogde zaden worden ze ook vaak verkocht als ingeblikt en bevroren voedsel.
Smaak
Deze boonsoort is bijzonder mals en heeft een milde smaak.
Te gebruiken
Zowel de hele bonen als de zaden smaken heerlijk op zichzelf met kruiden, omwikkeld met spek of in stoofschotels, stoofschotels en salades volgens onze bonensalade recepten. Voeg bijvoorbeeld peulvruchten toe aan een groentestoofpotrecept.
Opslag/houdbaarheid
Omdat bonen snel kunnen verwelken, verkleuren en rotten, zijn ze zeer beperkt houdbaar. Ongekoeld zijn ze in de zomer vaak maar een paar uur houdbaar. Tot 2 dagen in het groentevak van de koelkast. De houdbaarheid van waxbonen is lager in vergelijking met sperziebonen. Wasbonen zijn goed voor het inblikken.